Uit het onderzoek blijkt dat de stakeholders constateren dat er veel ontwikkelingen zijn op het gebied van inclusie in Nederland. Dat komt mede door de implementatie van het VN-verdrag. Tegelijkertijd bestaan er op de verschillende terreinen ook nog veel problemen die volgens de geïnterviewde organisaties moeten worden opgelost.
Het onderzoek bestond uit interviews met 27 belangrijke stakeholders, waaronder diverse zelforganisaties en belangenvertegenwoordigers van mensen met een beperking in Nederland. De interviews hadden betrekking op vier terreinen: arbeid(smarkt), onderwijs, toegankelijkheid en zelfstandig deelnemen aan de samenleving. De interviews zijn door het College verwerkt in de monitoringrapportage. Daarin worden ook de resultaten van kwantitatief onderzoek naar de positie van mensen met een beperking weergegeven.
Het College voor de Rechten van de Mens is toezichthouder op de implementatie van het verdrag. Jaarlijks publiceert het een rapportage met de stand van zaken en aanbevelingen op het gebied van de naleving van het verdrag. Deze rapportage is gericht aan de Nederlandse regering. Die is er immers voor verantwoordelijk dat de overheid het verdrag uitvoert. Deze eerste rapportage bestrijkt het eerste jaar dat het VN-verdrag handicap in Nederland van kracht was, dus de periode van 14 juli 2016 tot 14 juli 2017.
Het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (verder: VN-verdrag handicap) is in Nederland op 14 juli 2016 in werking getreden. Vanaf dat moment moet Nederland de rechten die uit het verdrag voortvloeien werkelijkheid laten worden. Het verdrag moet ertoe leiden dat de inclusie van mensen met een beperking de norm wordt.